Ann W. Mogelijk gemaakt door Blogger.
RSS

9 misverstanden over borstvoeding

Drie jaar geleden stond ik voor de keuze: borstvoeding geven of niet. Mijn eerste zoontje zou geboren worden en flesvoeding was zo wat de norm bij iedereen in mijn omgeving. Toch sprak het idee mij enorm aan: mijn baby die door melk uit mijn lichaam gevoed zou worden en knus aan mijn borst zou hangen. We gingen tijdens mijn eerste zwangerschap naar een infomoment over borstvoeding en de voordelen bleken enorm, zowel voor mijn kind als voor mezelf. Hoe kon ik dat allemaal weten en niet voor borstvoeding kiezen? Drie jaar later geef ik al elf maanden (and counting) borstvoeding aan mijn jongste dochter. Mijn zoontje heb ik bijna zeven maanden borst gevoed. En wat ben ik blij met die keuze!

Toch is het nog steeds niet de norm om je kind borstvoeding te geven en als er al voor de borst gekozen wordt, stopt de mama in kwestie er na drie tot zes maanden mee. Met mijn elf maanden begin ik zo stilaan bij de langvoeders te horen. Dat moet veranderen. Borstvoeding zou meer aanvaard mogen worden en meer als eerste optie gezien mogen worden i.p.v. iets waarvoor de mama zich op den duur zelfs moet verantwoorden. Geen “ik zal het proberen” meer, maar “ik ga het doen”. Om die beweging mee mogelijk te maken, zijn er alvast enkele misverstanden over borstvoeding (waar ik vroeger zelf van overtuigd was) die ik de wereld wil uithelpen.

1. Hap en klaar

Drie jaar geleden geloofde ik nog dat het zo simpel was: baby aan de borst, zuigen, melk drinken en klaar. Ja, het is zo simpel… én eigenlijk ook niet. Toch zeker niet in het begin. Dan kan er vanalles “mis” gaan: je baby kan de verkeerde zuigtechniek hanteren, je moet hem helpen goed aan te leggen, je tepels kunnen kloven krijgen of ontsteken, sommige kindjes zijn luie drinkers (here here) en stimuleren je productie niet genoeg, je productie kan sterk achteruitgaan of zelfs helemaal verdwijnen… Maar daarom zijn er vroedvrouwen die ons met al hun kennis en steun kunnen bijstaan, én die aan huis komen. Thank god!

2. Als je geen melk meer hebt, moet je stoppen.

Dat is een fabeltje dat mijn vroedvrouw al snel ontkracht had. Na de geboorte van mijn zoontje viel mijn melkproductie na tien dagen weg. Ik huilde tranen met tuiten en belde in paniek een vroedvrouw op. Zij kon me gelukkig geruststellen en zei dat ik door kolven mijn productie terug tot leven kon wekken. Gewoon twee dagen elke voeding kolven, ook al komt er niets uit op dat moment. Ze had gelijk; twee dagen later was de melk er weer. En mijn zoontje heeft nog zes maanden kunnen drinken.

3. Het is moeilijk.`

Dat is een misverstand en ergens ook niet. Borstvoeding geven gaat niet persé vanzelf, bij mij toch niet. Bij baby nummer één heb ik altijd moeten bijkolven om mijn productie op pijl te houden. Baby nummer twee was (en is) een moeilijke eter waardoor ik ook geregeld moe(s)t bijkolven, allerlei trucjes moest proberen om ze te laten drinken (waaronder eten geven in de draagdoek), tussendoor moest kolven en borstmelk met de fles geven (wat dan de ene dag super ging en de dag erna wou ze alleen borst), … MAAR nu ze groter wordt, gaat het allemaal makkelijker. Ik geef nog maar een paar melkvoedingen per dag en zeker als ze daarna in slaap mag vallen aan de borst is het heel knus. Momenten van onschatbare waarde. Ik zou er ondanks alle 'moeilijkheden' meteen opnieuw aan beginnen. Mama’s die geen borstvoeding geven of gegeven hebben, missen een heel intiem en mooi iets. 

4. Het is voor luie mensen.

Als dat zo was, zouden wel meer mensen het doen. Nietwaar? Maar intussen is het inderdaad gemakkelijk geworden. De eerste maanden is het echter doorbijten. En dat hoor ik wel meer zeggen.

5. Het is voor marginale mensen.

Dat is een overtuiging waar ik me voor schaam, maar ik had ze wel. Waarschijnlijk omdat borstvoeding totaal de norm niet is in mijn omgeving en ik weinig hoger opgeleide vrouwen kende die voor borstvoeding kozen. Dat is gelukkig intussen veranderd. Niet dat ik veel vriendinnen heb die borstvoeding geven, maar intussen heb ik via blogs en Facebook wel wat gelijkgestemde zielen gevonden. 

6. Je borsten zijn nadien leeggezogen theezakjes.

Ik heb mama’s ontmoet die dat effectief zullen beamen, maar ik ken ook mama’s die zelfs een cupmaatje meer hadden na het borstvoeden van hun kind. 
Mijn borsten zullen tot de theezakjescategorie behoren, maar dankzij borstvoeding ben ik ook massa’s overtollig vet kwijt en past de rest van mijn lichaam perfect bij die platte borsten.

7. Flesvoeding is even goed.

Sofie zegt het al in haar heel interessant artikel (Het is geen tussendoortje, een kind): Je kan niet zeggen dat je borstvoeding geeft en dat het beste vinden, zonder (de meeste) ouders die flesvoeding geven op de teen te trappen. Maar zonder oordeel of veroordeel, borstvoeding is gewoon het beste en de meest gezonde optie voor je kind.

8. “Als het lukt…”

Nog voor mijn eerste kindje geboren werd, plakte ik snel die zin aan mijn antwoord als mensen me vroegen of ik borstvoeding wou geven. Alsof ik me op voorhand al excuseerde, moest ik uiteindelijk toch flesvoeding geven. Er is volgens mij een soort laksheid gekomen. Borstvoeding is het beste, maar het is oké als het niet lukt. Dat is zo, maar doen we oprecht ons best voor we ermee stoppen? Hebben we echt alles geprobeerd? Ik ken ook mama's die graag borstvoeding wilden geven, maar die toch gestopt zijn. Vooral omdat ze hun partner of netwerk niet mee hadden.
Uiteindelijk heb ik echt voor de borstvoeding moeten werken, nee, moeten vechten. Gelukkig had ik de steun van mijn man en vroedvrouw, maar het deed me wel beseffen hoe belangrijk dat netwerk is. Soms heb je iemand nodig die zegt dat je niet op mag geven, dat je goed bezig bent, dat je een goede mama bent. Geen "Stop toch gewoon als het niet meer gaat", "Waarom blijf je al die moeite toch doen?" of "Ik snap niet waarom je nog borstvoeding geeft."
Met wat meer steun, begrip en acceptatie vanuit de omgeving, zou borstvoeding vaker 'lukken'.

9. Zes maanden borstvoeding geven is lang.

Ik geef nu elf maanden borstvoeding en zelfs dat is nog niet lang. Twee jaar raadt de WHO aan en tot het kind zeven jaar oud is, is hij gebaat bij moedermelk (zei onze vroedvrouw). 
Toen ik voor de zes maanden controle naar Kind en Gezin ging, vroeg de verpleegster of ik al rare opmerkingen kreeg over het feit dat ik nog borstvoeding gaf. Dat op zich vond ik een rare opmerking. Het voelde helemaal niet gek om dat klein, nog van mij afhankelijk wezentje, aan mijn borst te zien hangen. En het voelt nog steeds erg juist en natuurlijk.


Dan rest me alleen nog...

Sorry aan alle mama’s die ik misschien ooit zelf scheef bekeken heb. Het is oké dat ik een beetje borst zie wanneer je eten geeft aan je kleintje. Het is oké als ik een glimps opvang van je tepel wanneer je baby net loslaat. Het is oké dat je peuter op je schoot kruipt en om papje vraagt. Het is oké om je kind te voeden terwijl ik aan de tafel ernaast eet. Het is meer dan oké. Het is supermooi.


  • Digg
  • Del.icio.us
  • StumbleUpon
  • Reddit
  • RSS