Ann W. Mogelijk gemaakt door Blogger.
RSS

Operation Day

Sommige lezers komen misschien uit de lucht vallen, maar bijna twee weken geleden ben ik geopereerd. Ik had al langer een gezwel in mijn baarmoeder, ook wel vleesboom of myoom genoemd. Vanaf de geboorte van onze kleine meid eigenlijk. In de afgelopen jaren is die vleesbol enkel groter en groter geworden, tot op het punt dat ik moest beslissen: Willen we nog kinderen? 
Zo ja, dan kon ik medicatie nemen om mijn gezwel te laten krimpen (een kuur van drie maanden), maar na die periode zou het myoom onherroepelijk weer beginnen groeien. Dit betekende dat ik de medicatiekuur om de zo veel maanden zou moeten herhalen. Met andere woorden: een straatje zonder einde dat je alleen maar inslaat als je nog een kind wil. 
Zo nee, dan zou niet alleen mijn vleesboom, maar ook mijn gehele baarmoeder eruit gaan. Standaard procedure blijkbaar. 

Met deze beslissing heb ik een tijd geworsteld. Mijn man en ik willen geen kinderen meer. De peuter en auti kleuter vullen ons leven al genoeg. Een extra kind zou ik eerlijk gezegd niet aankunnen. Dat wil niet zeggen dat het makkelijk is om de baarmoeder waarin ik mijn twee monstertjes gedragen heb, af te geven. En naar mijn gevoel, mijn vruchtbaarheid en daarmee een deel van mijn vrouwelijkheid. 

Ik wil hier heel open over praten en schrijven, omdat ik merk dat veel vrouwen hetzelfde probleem hebben/hadden. Mijn buurvrouw had een vleesboom, mijn tante, mijn schoonmoeder, een oud-collega... en ze hebben bijna allemaal hun baarmoeder laten verwijderen (bij één van hen was het niet meer nodig omdat ze aan haar menopauze begon). Feiten die ik grotendeels pas recent te weten ben gekomen. 

Na enkele maanden belde ik dan toch mijn gynaecoloog om een afspraak te maken voor een operatie. Ik besloot het onvermijdelijke niet langer te vermijden. Drie weken later zou ik onder het spreekwoordelijke mes gaan. 

De weken na mijn beslissing en voor de operatie had ik gemengde gevoelens. Ik was opgelucht omdat het besluit zelf me duidelijkheid en zekerheid gaf. Daarnaast was ik droevig omdat ik mijn baarmoeder liever niet had afgegeven, ook al had ze haar doel gediend. Ook moest ik nu de ideeën loslaten van misschien ooit nog eens (per ongeluk) zwanger te zijn, misschien ooit nog eens een baby in huis te hebben, misschien ooit mijn derde kindje (dat Sam zou noemen, jongen of meisje) in de armen te sluiten... en dat blijft moeilijk voor mij.



De laatste keer dat ik mijn maandstonden had, nu exact vier weken geleden, was dan ook heel raar en intens. Ik kon niet vatten dat ik nooit meer zou bloeden. Ook al vond ik de krampen en al het gedoe erbij niet leuk (understatement), en werd ik tegenwoordig echt een gigantisch emotioneel wrak die eerste dagen. Weemoedig dacht ik terug aan de eerste keer dat ik ongesteld was, ongeveer twintig jaar geleden. Ik zat in het tweede middelbaar en had examen wiskunde. Normaal was ik een gigantische streefbol die al haar tijd voor een examen gebruikte (al was het maar om alles twee keer na te kijken), maar die keer werkte ik mijn examen snel af en mijn punten konden me geen zier schelen. Toen ik mijn vinger opstak en mijn examen overhandigde met de vraag of ik naar het toilet mocht, keek de leerkracht me met een frons aan. Dit was geen typisch 'Anneke Wouters' gedrag. Of misschien zag ik gewoon lijkbleek. Want toen ik toestemming kreeg en rechtstond, zakte ik meteen door mijn benen en viel flauw. 

Ik wist niet of ik blij moest zijn of droevig dat ik maar twintig bloederige en pijnlijke jaren heb moeten doorstaan in plaats van veertig. Nog steeds niet eigenlijk. (Weet trouwens dat mijn eierstokken zijn blijven zitten dus hormonaal is alles nog hetzelfde. Ik ga niet in een vroegtijdige menopauze, gelukkig!) 

Naast opluchting en verdriet, maakte zich een steeds groter wordende angst van mij meester. Het idee groeide dat er misschien iets fout zou gaan tijdens de operatie. Misschien zou ik daar, in dat kale onpersoonlijke ziekenhuis, mijn onvermijdelijke dood tegemoet gaan. Een idee dat ongetwijfeld door het nog niet zo lang geleden overlijden van mijn moeder uitgelokt werd (die in een kaal, onpersoonlijk ziekenhuiskamertje gestorven is). Bovendien hebben de dood en ik (ongeveer negen maanden intussen) geen al te beste verstandhouding meer. Ze is veel te dichtbij gekomen en is een deel van mijn leven geworden. Ik kan ze niet meer negeren en doen alsof ze niet bestaat. Ik moet er mee omgaan. Hoe, dat ben ik nog steeds aan het uitzoeken. 

Donderdag 9 mei was het zo ver. Ik moest me om 8 uur 's morgens in het ziekenhuis aanmelden. Mijn man en de kindjes hebben me afgezet. Met tranen in de ogen nam ik afscheid van hen en keek ik de auto waarin mijn gezin zat nog even na. De gedachte flitste door mijn hoofd: Wat als ik hen nooit meer terug zou zien? Normaal zou mijn man terugkomen en me gezelschap houden, maar door de ochtenddrukte zou hij niet op tijd terug geraken. Vroeger had ik me dit nooit alleen zien doen. Dan had ik de wederhelft te alle tijde aan mijn zijde gewild. Ik was de dagen voor de operatie zo bang en zenuwachtig, maar op de dag zelf was ik sterk. Ik had alles gedaan wat ik moest doen. Alles geregeld dat er te regelen viel. Zelfs nog alle mensen gezien die ik wou zien voor ik zes weken revalidatie zou ingaan (of mijn onvermijdelijke dood). Zelfverzekerd stapte ik de grote draaideur van het ziekenhuis binnen. 

Tijdens het wachten in het kleine ziekenhuiskamertje had ik mijn meditatiemuziek opstaan. In alle rust wachtte ik tot de vroedvrouw mij kwam zeggen dat ik mijn schortje mocht aandoen. In die laatste momenten heb ik mijn moeder even heel dichtbij gevoeld en haar geruststellende woorden gehoord. Mijn gevoel van rust en vrede vergrootte daarmee alleen maar. Het was standaard procedure dat ik een pilletje moest nemen voor de operatie om te kalmeren, maar ik had het eigenlijk niet nodig. Ik was klaar, wat het resultaat ook zou zijn. 

Enkele uren later werd ik miserabel en groggy in een ziekenhuisbedje wakker. Ik leefde nog. 


Ik moest twee dagen in het ziekenhuis blijven en heb daar ondanks de pijn best wel van genoten. De stilte in mijn kamer, eten in bed (al was het typisch ziekenhuiseten), een vroedvrouw die mij de eerste avond heel liefdevol is komen wassen (wat zou ik een goede baby zijn), tv kijken vanuit mijn bed, mijn kinderen op bezoek zien komen maar tegen slaaptijd weer zien vertrekken (wat zou ik een goede grootouder zijn), doorslapen, langer dan tien minuten aan een stuk in een boek kunnen lezen, me kunnen afvragen: wat ga ik de komende vier uur (!!!!!) met mijn tijd doen, … Hemels! 

De eerste week ging het herstel met grote ups en downs gepaard. Er waren goede dagen waarop ik al iets kon betekenen en slechte dagen waarop ik me liever in de zetel of op de slaapkamer terugtrok. Gelukkig heb ik een man die het huishouden hier nu runt en mij de nodige rust gunt (meestal dan toch). Het wordt alleen een beetje spannend tijdens de derde week van mijn revalidatieperiode, want dan heeft de wederhelft geen verlof en moet ik het alleen redden. (Daar worden intussen gelukkig ook oplossingen voor gezocht.) 

Al bij al is het genezingsproces en de pijn tot nu toe goed meegevallen. De grootste klap heb ik eigenlijk vorige week maandag gekregen en die was meer emotioneel van aard. Ik had namelijk het gekke (of niet zo gekke) idee om mijn baarmoeder terug te vragen en te begraven. Zo wou ik met een ritueel gepast en respectvol afscheid nemen van een orgaan dat mijn kinderen achttien maanden gedragen heeft, én het vruchtbare deel van mijn leven afsluiten. Dit kon echter niet, liet de receptioniste van de gynaecoloog me die maandag weten. Mijn baarmoeder werd voor verder onderzoek in het laboratorium met een stof behandeld, waardoor ze niet teruggegeven of begraven mocht worden. 

Ik zou mijn baarmoeder nooit meer bij me hebben en dat feit kwam ineens heel hard binnen. 

Die nacht had ik ook de meest mooie maar moeilijke droom over mijn moeder. Door de operatie en alles daarrond, miste ik haar enorm. Dit is de tijd dat je graag naar je mama belt om je hart te luchten, om hulp te vragen... In situaties zoals dit zou ze bijna elke dag (tot vervelens toe) vragen hoe het met me ging. Maar dat doet ze nu niet, want ze is er niet meer. 

De dagen die daarop volgden, voelde ik een diep verlies. En dat gevoel is nog steeds heel sterk aanwezig. 

Het operatieverhaal is nog niet helemaal gedaan. Elke dag voel ik me een beetje beter en elke dag ben ik beter te been. Het verbaast me hoe sterk een mensenlichaam is en hoe snel onze wonden genezen. Maar emotioneel is er nog werk aan de winkel. De wonden in je hart lijken toch altijd iets meer tijd nodig te hebben om te helen...


Er zijn geen klokken
in het land van rouw.
Geen voorgeschreven tijd.
Niets dwingt mij daar vooruit.
Ik neem 
de tijd om door te gaan.
(Marijke van Geest)


  • Digg
  • Del.icio.us
  • StumbleUpon
  • Reddit
  • RSS

Mama, waarom heb je toen niet meer gedaan?


Het is intussen al enkele weken geleden dat ik dacht: Was ik maar terug zeventien jaar, dan kon ik mee actie voeren met de jongeren voor het klimaat. Waarom was onze generatie niet zo ondernemend? Waarom ben ik niet zo? 

Een rusteloos gevoel overviel me en ging niet meer weg.

De acties van Anuna De Wever en Greta Thunberg (Youth for climate) zijn gewoonweg inspirerend. Eindelijk komt er iemand op voor wat er echt toe doet. Eindelijk vecht er iemand voor het klimaat, én dan zijn het nog twee tieners ook. Respect! Een deel van mij zou graag meedoen, liefst heel onze generatie mee optrommelen en volop protesteren. (Wij hebben toch een even grote verantwoordelijkheid, niet?) Laten we elke donderdag niet gaan werken en heel onze economie lam leggen. Ja! 
Iets zegt me dat het eenzame stakingen zullen worden. Daarvoor zijn we te plichtsbewust. We zijn bang om ons inkomen te verliezen en verstoppen ons eerder achter een laptop en smartphone of gaan braaf in het weekend marcheren. (Schuldig.)

Oké, to be fair, er is wel vanalles op til. We laten het werk niet alleen over aan de jeugd. Toch maakt het me droevig dat er 'maar' 70 000 mensen op straat kwamen eind januari voor de klimaatmars in Brussel. Of dat er 'maar' 216 000 landgenoten tekenden op Sign For My Future voor een beter klimaatbeleid. We zijn tenslotte met meer dan 11,35 miljoen Belgen. In verhouding lijken dat dus verwaarloosbare aantallen. Waarom ging trouwens de 'Sign for my future' badge op Facebook niet even viraal als 'Je suis Charlie'? Terwijl de huidige situatie toch even bedreigend, zo niet nog bedreigender, is voor de toekomst van onze kindjes? Nee, dat snap ik dus niet. Je suis désolé. (Wat volgens Madonna 'ik ben droevig' wil zeggen ;-)) 

Ik vroeg me af: Doen we wel genoeg? Of beter: Doe ik wel genoeg? (Want het is heel gemakkelijk om te klagen over een ander, maar zelf iets veranderen is een ander paar mouwen.)

De feiten op een rij

Toen ik kind was, zo'n twintig jaar geleden (Omg, is dat echt al zo lang geleden?), leerden we al over de opwarming van aarde. Ja, dit is normaal, maar het tempo waarin dit gebeurt, is sneller dan ooit. Logisch als je weet dat de opwarming van de aarde beïnvloed wordt door CO2 gassen en dat menselijke activiteit (met de auto rijden, de industrie, vlees eten!, ...) daar de voornaamste oorzaak van is. Neem dan ook nog eens het feit dat de bevolking wereldwijd in sprongen toeneemt. Intussen staat de teller op 7,69 miljard. (Het is bijna angstaanjagend hoe snel de teller gaat trouwens.) Twintig jaar geleden telde de wereld nog 'maar' 6 miljard mensen. 

Veel mensen dus en veel CO2 gassen.

Wat kan ik doen om mijn CO2-uitstoot te beperken?


Mijn ogen zijn beginnen opengaan na het zien van de documentaire Cowspiracy. Intussen ook weeral drie jaar geleden. Ik dacht altijd: wil je goed doen voor het milieu, neem dan het openbaar vervoer of de fiets en rijdt zo weinig mogelijk met de auto. Tot Kip Andersen me duidelijk maakte dat het eten van vlees een veel grotere impact heeft op de uitstoot van CO2. Een feit dat zorgvuldig in de doofpot werd gestoken. Een nee, dan gaat het niet over de koeienscheten (zij vormen slechts een klein deel van het probleem), maar meer over de middelen die nodig zijn om uiteindelijk tot één stukje vlees te komen (de hoeveelheid water, land, eten, ...) Zo is voor één steak maar liefst 4000 liter water nodig.

Bijgevolg is mijn man sinds de geboorte van onze dochter vegetariër en stap voor stap treed ik in zijn voetsporen. Nee, gemakkelijk vind ik het niet. Ik ben zot op spek, salami en gehakt. Maar soms zijn er van die momenten in je leven die een keerpunt zijn en het zien van Cowspiracy is er daar één van. Je kan nooit teruggaan naar 'het niet weten' en vlees eten zonder schuldgevoel.

Blij ben ik ook met de open brief waarin wetenschappers de actievoerende jongeren groot gelijk geven. Er moeten NU structurele maatregelen komen om de opwarming van de aarde te beperken tot onder de 2 graden. Zo niet, dan staan er ons rampzalige gevolgen te wachten. Er zullen alleen maar meer en meer weersextremen voorkomen zoals hittegolven, droogtes en overstromingen. Van zodra we de grens van 2 graden opwarming bereiken, lopen we blijkbaar de kans dat de klimaatopwarming zichzelf gaat versterken. 

Is dit iets dat we tegen 2050 aan onze kinderen willen uitleggen? Ik wil alvast niet dat deze ogen mij aankijken en vragen: "Mama, waarom heb je toen niet meer gedaan?"


Waarom ondernemen we niet meer actie?


Mijn onrust en frustratie maakten plaats voor mildheid. Misschien doen we dat wel, gewoon niet zo out in the open als de jongeren. We 'vind-ik-leuk'-en de acties van de jongeren en klimaatmarsen op Facebook. Er zijn nog nooit zo veel artikels en interviews rond het hele gebeuren gedeeld als nu. We roepen op tot actie via internet of tv... (Ik denk bijvoorbeeld weer aan de petitie van Sign For My Future die ik ook bij verschillende vrienden heb zien passeren.)

En ik denk niet dat het daar zal stoppen.

And then there was hope...

Na mijn rusteloos en verontwaardigd gevoel, is er nu plaats voor hoop. De stem van de jongeren klinkt luider en luider, ik zie in de media veel berichten van oudere generaties die hen steunen (en mee gaan marcheren), er lijken eindelijk ook dingen in beweging te komen op het beleidsniveau... Er is iets tot leven gekomen en dat is zo mooi om te zien. 

En ik? Naast het zo afvalvrij mogelijk leven, vermijden van plastiek afval, zo veel als ik kan de fiets nemen, zo zuinig mogelijk met alle hulpbronnen (vb. water, elektriciteit, ...) proberen omgaan... ben ik vanaf heden alvast officieel vegetariër. 

Laten we er samen voor zorgen dat onze kinderen ons later dankbaar zullen zijn voor alles wat we nu voor hen doen. Let's make them proud!

En dat er morgen weer veel mensen op straat mogen komen! Ik ben alvast trots op iedereen die mee doet.

  • Digg
  • Del.icio.us
  • StumbleUpon
  • Reddit
  • RSS

Mijn bitterzoete herinnering

Ik zie me daar nog zitten, op de trap voor het station. Vijftien jaar, lang blond haar, kledij die verstopte hoe mooi ik toen was en op van de zenuwen. We kenden elkaar al enkele maanden (of langer), maar eigenlijk ook niet. We hadden elkaar enkel via internet en telefoon gesproken en een foto van elkaar uitgewisseld die ik soms met een lach bekeek. Ik keek graag naar jouw ogen die leken te stralen van plezier. Of naar je mooie zwarte haren waar ik toen al graag mijn hand door wou halen. 

Maar we waren enkel vrienden, niet meer. Vooral omdat ik dacht dat je nooit voor iemand zoals ik zou vallen. Iemand die zo in zichzelf gekeerd was, amper vrienden had en het tegenovergestelde van populair. Jij, iemand die zo vlot kon praten en honderduit vertelde over de leuke dingen die je deed met je vrienden en vriendinnen. Hadden we samen in de klas gezeten, dan hadden we elkaar nooit gesproken. Zo werkt dat nu eenmaal in de puberteit. Punt.

“Hallo” Ik schrok toen je met een grote lach naast mij kwam zitten. Verlegen zei ik hallo terug. “Ben je hier al lang aan het wachten?” Gelukkig niet, want het was al donker en maar net warm genoeg om het niet al te koud te hebben in mijn trui. “Heb jij lang op de trein moeten zitten?” vroeg ik bij gebrek aan iets origineler. Toch wel even, want je moest van Oost-Vlaanderen komen. Gelukkig niet al te ver in de provincie dus je dialect was heel verstaanbaar, zelfs aangenaam om naar te luisteren. Zucht, jij was gewoon aangenaam om naar te luisteren. Stiekem was ik al maanden verliefd op jou en heb ik dat nooit willen toegeven. 

Eigenlijk had ik al een vriendje. Mijn eerste vriendje. Iemand die ik graag zag, maar waar ik eigenlijk niet heel erg verliefd op was. Toen hij en ik elkaar leerden kennen, was ik jong en wanhopig op zoek naar liefde. Ik moest en zou een lief hebben en hij was de enige jongen die daartoe bereid was (op dat moment). De enige jongen die mij aantrekkelijk leek te vinden. Dus koos mijn minderwaardigheidsgevoel voor een jongen die eigenlijk niet zo goed bij me paste. Ook al voelde ik dat er iets niet juist zat, het uitmaken of hem bedriegen wou ik niet. Dus verborg ik ergens heel diep de gevoelens die ik had voor jou. 

Wist jij wat ik voor jou voelde? Die avond dat we elkaar voor het eerst zagen, is intussen 18 jaar geleden. Eerlijk? Ik herinner me er niet veel van. Ik herinner me jou, ik herinner me jouw ogen, ik herinner me jouw lach. Ik weet nog dat je veel praatte en dat ik zoals altijd graag naar jou luisterde. En toen zaten we plots in het park, in het huisje boven aan de glijbaan. Ik zat tussen jouw benen. Hoe ik daar terecht was gekomen, weet ik niet meer. (Maar als ik iets wou, dan vond ik wel een manier om het gedaan te krijgen.) Plots streelde jouw wang tegen de mijne. Ik voelde de drang om jou te kussen, maar mijn hoofd hield me tegen. Onze lippen hebben elkaar nooit bereikt, maar wat volgde was een intiem moment dat ik nog steeds koester. De tijd stond even stil.

Stiekem zou ik wel eens willen teruggaan naar dat moment. Even terug jij en ik.

Maar de klok tikte onherroepelijk verder. Niet veel later ging jij naar het station en wandelde ik terug naar huis.

In de tijd die volgde begon ik domme dingen te doen. Ik wou het uitmaken met mijn vriendje en bij jou zijn, maar ik wou koste wat het kost niet alleen zijn. Dus zette ik jou voor een ultimatum waarna ik jaren niets meer van je gehoord heb. “Dus ofwel beginnen we nu een relatie, ofwel hebben we geen contact meer?” vroeg jouw stem aan de andere kant van de lijn. Mijn hart brak toen je zei dat we elkaar dan niet meer zouden spreken. Je wou het tijd geven om te groeien en niet ineens in een relatie springen. Toen je moest kiezen tussen alles of niets, bleek het dan toch 'niets' te zijn voor jou.

Soms vraag ik het mij af. Was je nu verliefd op mij of niet? Of was ik gewoon 'easy to talk to' en zat ik onherroepelijk in 'the friend zone'? Wat heb ik voor jou betekend? 
Het cliché is denk ik wel waar; dat je nooit beseft hebt wat er voor je neus stond. (Of in ons geval: aan de andere kant van de lijn hing.) 

Of toch niet op tijd.

Het gekke is dat ik je jaren later nog één keer heb gezien. Ik weet niet wie van ons het initiatief had genomen (ik waarschijnlijk), maar we hadden terug contact en we hadden nog eens afgesproken. Waarom heb ik die dingen toen niet aan je gevraagd? Ik herinner me vooral een heel stroef lopend gesprek. Volgens mij lag het deels aan de plaats waar we hadden afgesproken, want ik voelde me daar helemaal niet op mijn gemak. Ook zag je er heel anders uit. Ik vertelde niet veel en als ik iets zei, dan leek ik het verkeerde te zeggen. Want ja, we hebben wel altijd een relatie gehad waarin we elkaar plaagden (of ik jou plaagde) en dat geregeld in ruzie ontaarde (want volgens mijn man kan ik niet plagen). Het gekke is dat ik er vroeger misschien wel van hield om ruzie met je te maken. Zo wist ik tenminste dat ik toch iéts bij jou teweeg bracht. Old habits die hard.

In deze moderne tijd is het makkelijk om te weten hoe je er nu uitziet. Ik was blij om te zien dat de man die je nu bent terug dichter ligt bij de jongen die ik ooit heb gekend. Ben je gelukkig? Heb jij ook kinderen? Hoe ziet jouw leven er nu uit? Denk jij al eens aan mij? 

Ik heb een man en twee kinderen, mijn leven ziet er mooi maar ingewikkeld uit en ik ben gelukkig. Tegenwoordig denk ik wel eens aan jou en aan hoe het had kunnen zijn. Niet dat wij een goed koppel hadden geweest (daarvoor zijn we denk ik te verschillend), maar we hebben nooit de kans gehad om het uit te zoeken. 

Ach ja... 

Ik, heb intussen gekozen voor een andere man en een ander leven. 
Jij, zal voor altijd ergens een vraagstuk blijven. En een bitterzoete herinnering. 

Misschien zijn sommige mensen voorbestemd om niet meer te zijn dan dat.



  • Digg
  • Del.icio.us
  • StumbleUpon
  • Reddit
  • RSS