Morgen wordt mijn zoontje Ian zes maanden oud en dat brengt een hoop gevoelens
met zich mee. Ik weet dat ik trots en blij moet zijn op mijn mooie, gezonde
jongen (dat ben ik ook), maar daarnaast voel ik me al de hele dag weemoedig. Zo veel mensen hebben me tijdens en na het
kraambezoek gezegd te genieten omdat “het zo snel gaat”. Die eerste maanden
voelde dat helemaal niet zo. Met een slechte slaper loop je als
een zombie rond. Alle dagen leken in elkaar te
vloeien en ik voelde me vaak ellendig. Er leek geen einde aan te komen! Ik zag mijn ventje wel graag en we hebben ook heel wat mooie momenten gehad, maar ik telde de dagen af in de hoop dat hij beter zou slapen als hij wat groter was.
En nu hij wat groter is, zijn de nachten inderdaad beter. Wat ben ik daar blij om! Maar nu ik eveneens uit mijn zombietoestand ontwaakt ben, zijn er al zo veel dingen die
ik mis. Hij valt niet meer op zijn buik bij mij in slaap. Knuffelen gaat niet
meer zo goed, want van zodra ik hem lekker vasthoudt begint hij zich los te
wringen alsof zijn leven ervan afhangt. Ik had het nooit
gedacht, maar zelfs de borstvoeding mis ik. Sinds de komst van de vaste voeding is deze namelijk aanzienlijk afgenomen. Ik heb altijd gezegd dat ik na zes maanden zou stoppen met borstvoeding. Nu het bijna zo ver is, moet ik stiekem toegeven dat ik er nog
geen definitieve streep onder kan trekken.
De momenten dat Ian nog aan de borst drinkt zijn schaars. En
als hij drinkt, heeft hij altijd 20 meer interessante dingen te doen.
Intussen vergeet hij dat mama’s tepel in zijn mond zit en dat die geen meter
kan uitrekken. Bovendien zit hij constant met zijn armpje in mijn gezicht te
zwaaien waardoor het in elk geval geen ontspannen en intiem moment meer te
noemen is. Zeker als hij dan ook nog eens
beslist om die twee scherpe tandjes van hem in mijn tepel te boren.
Maar soms is het nog eens zoals vroeger. Dan ligt hij
doodstil en lekker knus bij mij. Ik zie zijn kleine handjes die zich vastgrijpen
aan mijn blouse zachtjes open en dicht gaan. De knuffelhormonen gieren dan door
mijn lijf en ik zou dat schattige ventje wel kunnen opeten. Dan voel ik een
diepe verbondenheid met mijn zoon. Alsof de navelstreng
nooit is doorgeknipt. Die momenten, dat gevoel wil ik nog niet missen. Dat kan
ik nog (even) niet loslaten. En daarom houd ik me als een wanhopige mama vast
aan de laatste lekjes borstmelk die ik nog heb.
0 reacties:
Een reactie posten