Ann W. Mogelijk gemaakt door Blogger.
RSS

Is mijn zoontje anders?

Is mijn zoontje anders? Die vraag spookt al enige tijd door mijn hoofd. Aanleiding is het laatste bezoek van onze kleine man aan Kind & Gezin. Normaal zou ik de bezorgde blik van de verpleegster en haar vraag "Maakt hij altijd zo'n geluid?" gewoon negeren, maar nu raakte ze een gevoelige snaar. Er volgde een gesprek over doorverwijzen voor verdere tests en toen ze voorzichtig de woorden 'autistoforme gedragingen' in de mond nam, kon ik niet zeggen dat ik helemaal uit de lucht kwam vallen. Toch was mijn eerste reactie boosheid. Ik wou haar niet geloven. Mijn zoontje is niet anders! Of wel?


1. Ontkenning

De eerste fase in elk rouwproces is ontkenning. Je lief maakt het uit, er is iemand gestorven of... iemand zegt dat je kind anders is. Je wil het niet geloven. In mijn ogen is mijn zoontje altijd wel een gekkerd geweest, een dromer, een laatbloeier, ... maar er ging geen belletje rinkelen dat er misschien wel meer aan de hand zou zijn. Vanaf zijn twee jaar echter begon het op te vallen dat hij zich niet ontwikkelt zoals andere kindjes. Zo weigert hij nog steeds om zijn taal te gebruiken. Terwijl andere kindjes meer woorden leerden en steeds beter begonnen te praten, stopte ons zoontje met het gebruiken van de paar woorden die hij reeds kende. Mijn man en ik probeerden de kleine meneer gewoon een beetje meer tijd te geven. Met stappen was hij ook laat, misschien is het met zijn taal net hetzelfde? (Of dat maakten we ons toch wijs.) Rond zijn twee jaar en zes maanden begon het echter te knagen. Is dit nog wel normaal? En toen was er het bezoek aan Kind & Gezin...

Ik ga niet graag met onze peuterkleuter naar het consultatiebureau en zijn laatste bezoek heeft dat niet veranderd. Toen we binnen kwamen, waren er twee baby's aan het huilen. Ik weet dat dit hem overstuur maakt en hield mijn hart al vast voor het onderzoek. Eerst moest hij zijn kledij uitdoen en werd hij gemeten. De kleine man wist totaal niet wat er aan de hand was. Hij wou niet dat die twee vreemde mevrouwen dat houten stokje tegen zijn hoofd duwden en begon luid te huilen. Dat betekende de start van een driftbui die pas stopte toen we de deur van het bureau achter ons dicht trokken.

Bij de verpleegster reageerde hij op geen enkele vraag. Hij weigerde de dingen te doen die van hem gevraagd werden. Zelfs in het toestel kijken om zijn ogen te testen was er te veel aan. Een blokkentoren kon hij nog net maken, maar dingen aanwijzen in een boekje (wat hij trouwens nooit wil doen) of een puzzel maken wou hij absoluut niet. In plaats daarvan maakte hij continu een zeurend geluid om duidelijk te maken dat hij wou vertrekken. Vervolgens kwam de vraag: "Maakt hij altijd zo'n geluid?" Om eerlijk te zijn, waren wij ons er niet eens van bewust dat het geen normaal gezeur was voor een kindje van 2,5 jaar. 

Voor het eerste stelde ik mezelf de vraag: Is mijn zoontje niet normaal dan?

2. Onderhandelen

Toch bleef het antwoord op die vraag nog enige tijd: Hij is wel normaal. Hij heeft gewoon wat meer tijd nodig. Laten we gewoon afwachten en dan komt alles wel goed. Dan zal hij op het potje leren gaan (nog zo'n catastrofe, zijn zindelijkheidstraining), naar school kunnen, sprongen maken in zijn ontwikkeling en taal... Ons doel werd (en is eigenlijk nog steeds) om hem naar school te krijgen en daarvoor moesten (moeten) we zorgen dat hij voldoende zindelijk werd (wordt).

Om ons hierbij te helpen, kregen we een zindelijkheidstas mee van school. Vol materiaal om de training te ondersteunen. Vol materiaal dat onze kleine man niet interesseerde. Tot ik bedacht dat we hem misschien een filmpje konden laten zien van een kindje dat op het potje gaat. Hij kijkt namelijk zo graag naar filmpjes. Beelden dringen meer tot hem door dan woorden. Toen ik dit voorstelde aan mijn man, moest ik toegeven dat het me erg deed denken aan mijn begeleiding van jongeren met ASS. Meegaan in hun leefwereld, zoeken hoe je hen het best kan bereiken en daarop inspelen. 

Ik vroeg mezelf af of tijd echt het enige was dat mijn ventje nodig had.

3. Boosheid

Samen met het ontkennen en onderhandelen, voelden mijn man en ik boosheid. Kind & Gezin is sowieso al niet mijn vriend (lees deze blogpost als bewijsmateriaal) en nu hadden ze het helemaal verpest. Ze wilden mijn zoontje weer pushen en zitten op de kap van alle kinderen die een beetje anders ontwikkelen. Dat is toch altijd hetzelfde met hen! Ze maken ouders altijd nodeloos ongerust!

Of hadden ze nu wel gelijk?

4. Verdriet

Ik herinner me het telefoongesprek waarin mijn man me zei dat onze zoon wel meer tekenen van autisme vertoonde. Pas toen drukte ik in Google in: autisme, peuter, kenmerken. Wat stond ik verbaasd van de gelijkenissen met onze kleine man. Zo veel dingen die hij deed en die voor ons gewoon bij hem hoorden, bleken tekenen van autisme te zijn.

Voor het eerst keek ik naar mijn zoontje die al lachend in de zetel ondersteboven naar Cars aan het kijken was en voelde een pijnlijke steek in mijn hart. Een deel van mij wou dat mijn zoontje 'normaal' was, dat hij net zoals alle andere kinderen ontwikkelde en dat er niets aan de hand was. Niet omdat ik zo'n fan ben van normale mensen. Nee, mijn diepste wens voor hem, dat hij gelukkig mag zijn en dat het leven voor hem niet al te moeilijk moet zijn, kwam nu in het gedrang.

Maar ik moest ook toegeven dat het niet altijd gemakkelijk is met hem. De kleine man krijgt geregeld driftbuien en heeft nog andere minder aangename trekjes (zoals het maken van dat vervelende zeurend geluid) waarvan ik zo hoopte dat hij eruit zou groeien. Bovendien is het soms moeilijk om contact met hem te maken. Hij kan zo opgaan in zijn eigen wereldje. Zal dat dan altijd zo zijn? 

Ik huilde om het idee van mijn zoontje dat naar me keek en een gesprekje met me voerde. Iets heel eenvoudig, iets dat voor anderen erg vanzelfsprekend is...

Zal het voor ons dan nooit zo zijn?

5. Aanvaarden

We besloten contact op te nemen met een ex-collega van mij die veel ervaring heeft in het werken met autisme en die zelf een zoon heeft met deze diagnose. We zaten met een hoop vragen. Zouden we onze zoon nu al laten testen? Is dit in zijn belang?

Ze gaf ons haar advies en raadde tevens een heel mooi boek aan (Verbroken Stilte door B.N. Kaufman). Dit boek beschrijft het verhaal van een 17 maanden oude jongen die in de jaren '70 met autisme gediagnosticeerd werd en van wie de ouders besloten om dit geen einde maar een begin te laten zijn. Zij bekeken hun kind als bijzonder en investeerden al hun liefde en energie om hem uit zijn schulp te krijgen. Wat ze bereikten grenst aan het ongelooflijke.

Ik las een paar zinnen en moest meteen huilen. Ik besloot om nooit nog met medelijden naar mijn zoontje te kijken. Nooit nog te denken "Ocharme, hoe erg dat hij Autisme Spectrum Stoornis heeft." In mijn ogen werd mijn zoontje bijzonder. Zijn hersenen werken gewoon anders, niet beter of slechter. Hij kan ontwikkelen zoals wij allemaal, maar heeft een eigen aanpak nodig. Hij maakt wel contact, maar doet dat op zijn manier. Voor het eerst keek ik naar mijn zoontje en zag ik hem echt. 

En een lach verscheen op mijn gezicht.

Oplossingen gezocht

We staan nu aan het begin van een lange zoektocht naar het antwoord op een heleboel vragen:
- Hoe gaan we het beste met ons zoontje om? 
- Hoe kunnen we hem het best ondersteunen?
- Schakelen we professionele hulp in?
- Hoe pakken we zijn potjestraining verder aan?
- ...

Het is een ontdekkingstocht. Ik probeer geregeld mee te gaan in het wereldje van mijn kleine man. Soms kan ik er echt van genieten om hem bezig te zien. Wanneer hij zijn tong een beetje laat piepen tijdens het maken van een puzzel. Of met dromerige ogen naar buiten staart terwijl hij met mijn haar speelt. Of met een lach op zijn gezicht naar televisie kijkt en meedanst met Maya De Bij. 

Maar het fijnste van al is de realisatie dat onze kleine man graag bij ons is. Hij voelt zich goed bij ons, heeft ons graag in de buurt en maakt zelfs geregeld contact. Dan kijkt hij me aan met die grote blauwe ogen en steekt zijn tong uit. Als ik mijn tong terug uitsteek, lacht hij en op dat moment borrelt mijn hart over van liefde voor hem.

  • Digg
  • Del.icio.us
  • StumbleUpon
  • Reddit
  • RSS

Over gevoelige peuters, huilende mama's en baby's die niet goed willen drinken

Ik heb het mama zijn echt grandioos onderschat, dat denk ik terwijl ik met rooddoorlopen ogen die nog naprikken van een gigantische huilbui met een baby op de buik en een jengelende peuter in de wandelwagen over straat loop. Where did I go wrong?


1. Jengelende peuter in de wandelwagen
"Is je zoontje misschien overgevoelig?" vroeg mijn buurvrouw ooit eens met de beste intenties. Ik kon haar eigenlijk wel dood bliksemen. Toegegeven, niet elke tweejarige heeft even veel last van de peuterpuberteit en onze kleine man zal waarschijnlijk bij diegenen zijn die er (heel) zwaar onder lijden, maar moet daar dan meteen een label opgeplakt worden? Oké, soms denk ik dat er vanalles 'mis' is met ons zoontje, maar ik wil niet dat iemand anders dat denkt. Dat is mijn alleenrecht als mama.

Soit, bijna drie weken geleden begon papa terug te werken en was de overgevoeligheid weer volop daar. De eerste dagen leek onze kleine man nog niet te beseffen dat 'papa zit weer op de boot' echt wel betekende dat papa niet naar huis zou komen voor enkele weken, maar na drie dagen drong het dan toch door. Vertaling: mama zat opgescheept met een ventje dat weer sneller boos en verdrietig werd. Om het allemaal een beetje draaglijk te houden, probeerde ik hem zo veel mogelijk af te leiden en geregeld mee naar buiten te nemen. 

Vandaar de peuter in de wandelwagen. Waarom hij jengelde? Who knows.

2. Mama's prikkende ogen
De afgelopen weken weigerde ons meisje geregeld de borst. Of toch een van de twee borsten. Hierdoor waren de voedingen al een tijdje minder. Het was echt superfrustrerend om een baby te hebben die maar niet goed wou drinken en dan ook nog eens pisnijdig werd van zodra ik haar toch wou aanleggen. De slechte voedingen waren nefast voor de melkproductie, wat mij enorm nerveus maakte. Eten geven werd meer en meer een gevecht in plaats van een moment om van te genieten. Dus deed ik nog eens beroep op onze vroedvrouw. (Amai, die verdient toch ook eens een doos chocolaatjes.)

Wat ik vreesde bleek waar: mijn meisje dronk niet genoeg. Ze was maar 100 gram bijgekomen op drie weken. Je moet geen dokter zijn om te weten dat dit niet voldoende is. Andere baby's worden lastig als ze honger hebben, beginnen te huilen, vragen vaker om de borst... Ons meisje niet. Ze had amper iets gedronken tijdens het bezoek van de vroedvrouw en lag even later op haar schoot te lachen. Ik heb een te makkelijke baby blijkbaar. (In contrast met mijn te moeilijke peuter. Balans noemen ze dat, nietwaar?) Met honger van tafel gaan, is geen ramp voor haar. Die lastige moeder die haar toch wil aanleggen, is veel erger. 

Omdat ik persé borstvoeding wou blijven geven moest ik terug naar het begin. Haar constant aanleggen en eten geven op vraag (uitzoeken wanneer zij erom vraagt, want ervoor huilen doet ze dus niet). Intussen heb ik trouwens een manier gevonden waarop ze doorgaans wel wil drinken. Mama moet rechtstaan, haar wiegen, soms ook zingen of op en neer bewegen. (En ik die dacht dat borstvoeding geven gemakkelijk zou zijn.) Daarnaast mocht ik ons meisje geen fopspeen meer geven want die zou haar hongergevoel te veel onderdrukken. Een hele aanpassing.

Tijdens het bezoek van de vroedvrouw kon ik mijn tranen niet onderdrukken. Hoe moest ik dat bolwerken met een peuter in huis? Ze sprak me moed in en vertelde over haar eigen ervaring. Over negatieve gevoelens die na haar bevalling allemaal naar boven kwamen waardoor ze na de geboorte van haar tweede kind een moeilijke tijd had. Emoties zoals deze kunnen vast komen te zitten en voor een remming van de melkproductie zorgen. Misschien. Ik herkende me voor een deel in haar verhaal. Het deel dat besefte dat er een hoop gevoelens waren die de borstvoeding geen goed deden. Al mijn angst, onzekerheid, boosheid en god weet wat nog, zaten daar als een grote mentale prop die melk tegen te houden.

Ik liet mijn tranen vloeien en zou dat de dagen daarna nog doen. Vandaar de rooddoorlopen ogen van mama.

3. Baby op de buik
Wat gebeurt er als je een baby geen fopspeen meer mag geven? Plots kan ze alleen nog maar in slaap vallen aan jouw borst of in de draagdoek. En omdat ik mijn tepels ook even wat rust wou gunnen, moest ik haar de afgelopen weken geregeld in de draagdoek zwieren. Ik voelde me net een aap die haar kleine aapje constant bij zich droeg. (Over natuurlijk ouderschap gesproken.) Het is veel makkelijker om je baby de fles te geven, een fopspeen in die mond te duwen als ze huilt en in een box weg te leggen om te slapen. En toch koos ik ervoor dat allemaal niet te doen.

Het is makkelijker om flesvoeding te geven, maar ik zou er wel die intieme momenten met mijn kind door missen. Het is makkelijker om de baby weg te leggen en alleen te laten slapen, maar ze dicht bij mij hebben voelt toch zo fijn. Het is makkelijker om baby en peuter niet op onze kamer te laten slapen, maar ik zou mijn kindjes nergens anders willen dan bij mij in bed want samen slapen geeft een erg verbonden gevoel. Het is makkelijker om een diepvriespizza in de oven te schuiven, maar zelf koken is zo veel gezonder en geeft zo veel meer voldoening. Ga zo maar door. Meer en meer begin ik te kiezen voor de weg die meer moeite vraagt, maar meer voldoening geeft.

De aanhouder wint

De gemakkelijke weg had opgeven geweest, maar mijn verlangen om borstvoeding te blijven geven liet dit niet toe. Ik wou die bijzondere ervaring met mijn dochter nog niet kwijt. Dus legde ik haar dagen als een gek aan, wandelde en wiegde erop los, zong voor haar en motiveerde haar om goed te blijven zuigen tot er melk kwam, huilde nog een paar keer toen de productie maar niet op gang wou komen.... tot de vroedvrouw vier dagen later onze meid kwam wegen en ze 200 gram bleek bijgekomen. 

Blij, opgelucht, voorzichtig hoopvol. Misschien gaat het ons dan toch nog lukken?


En intussen?

Haar gewicht blijft toenemen, maar mondjesmaat en de vroedvrouw blijft het nog steeds nauw opvolgen. 
Soms is mijn melkproductie weer goed, maar een paar dagen later moet ons meisje terug veel harder werken voor haar eten. Het vertrouwen in mijn productie is terug, maar iets zorgt er nog steeds voor dat de voedingen niet goed genoeg gaan. Dus ben ik naar een kinderarts geweest op zoek naar een achterliggende medische reden bij ons meisje. Het zou reflux kunnen zijn, vermoedde de dokter door een lichtjes rode keel. Twee weken Gaviscon geven na elke maaltijd zou moeten helpen. 
Al een week voorbij, maar nog geen resultaat.
Volgens de vroedvrouw zou de melk te hevig komen na mijn toeschietreflex en schrikt ze daarvan. Ik merk inderdaad dat ze zich aan de borst geregeld verslikt en daarna weigert verder te drinken. Maar op andere momenten komt de melk niet snel genoeg en is ze daar dan weer lastig om. Ik vermoed dat het gewoon niet snel goed is voor mijn dametje en dat ze simpelweg een moeilijke eter is.

We zijn er nog steeds niet, maar intussen lijkt het wel alsof mijn meisje soms terug liever aan de borst drinkt en dat is al een positieve wending. De ene dag gaat het beter dan de andere. Soms mag ik even gaan zitten en kan ik heel ontspannen genieten, maar meestal moet ik nog steeds staand eten geven en mijn hele trukendoos bovenhalen om haar aangelegd te krijgen. (Wat een mens al niet doet om toch maar borstvoeding te blijven geven.) 




Hebben jullie borstvoeding gegeven? Was dat bij jullie ook zo'n uitdaging of ging het allemaal vanzelf? (Of reageer anders maar niet als het allemaal vanzelf gegaan is :-))

  • Digg
  • Del.icio.us
  • StumbleUpon
  • Reddit
  • RSS

Vijf lessen die ik moet leren nu ik twee kids heb

Life as we know it is volledig voorbij nu baby nummer twee er is. Onze vroedvrouw had ons gewaarschuwd: eentje is geentje. En ik moet ze gelijk geven. Bij je eerste pasgeborene is er nog een periode waarbij je veel tijd hebt om samen met je ventje en de baby in de zetel te hangen, te genieten van alles wat je kleine spruit doet, te slapen wanneer je baby slaapt, de nieuwste series op Netflix erdoor te draaien, ergens iets te gaan eten, ... Ik noem het een soort overgangsperiode tussen het leven zonder en het leven met kind. Bij je tweede pasgeborene is er een peuter die het onmogelijk maakt om bovenstaand lijstje na te leven. Geen rust, amper tijd om volledig en alleen van je nieuwe aanwinst te genieten, laat staan dat je even wat tv kan kijken of iets voor jezelf kan doen. De dagen vliegen voorbij en voor je het weet is je kersverse baby al zes centimeter gegroeid en mag je haar eerste kleertjes in de herinneringsdoos opbergen (snif).

Het leven met twee kinderen, het is een grote verandering. En grote veranderingen die gaan altijd gepaard (bij mij toch) met veranderingen bij mezelf. Of beter gezegd: lessen die ik moet leren om de nieuwe situatie te baas te kunnen. Dit zijn de vijf uitdagingen die ik de afgelopen twee maanden ontdekt heb. De vijf lessen die ik moet leren of aan het leren ben nu ik twee kleintjes heb. 

Geniet van gestolen momenten

Het beetje tijd dat ik nog voor mezelf had, lijkt echt helemaal verdwenen. Ik weet gelukkig dat er terug meer tijd vrij zal komen naarmate die baby groter en zelfstandiger wordt en van zodra peuter naar de kleuterklas zal gaan (in november al!), maar voorlopig zitten we nog volop in het geen-tijd-voor-mezelf tijdperk. Behalve die korte gestolen momenten waarop baby en peuter slapen en ik even kan lezen in mijn boek of borstvoeding geef met de volgende tien minuten van Vampire Diaries op. Of wanneer ik na een uitzonderlijk goede nacht (of wat daar tegenwoordig voor doorgaat) voor de kinderen wakker wordt en nog eens een beetje kan schrijven. Zoooo-ot!

Leer loslaten

Tussendoor is het best genieten met onze twee kinderen. Zeker als mijn man en ik de taken kunnen verdelen of wanneer we met het hele gezin op stap gaan. Er zijn van die geweldige momenten dat je beide kinderen gelukkig zijn: eentje is mooi aan het spelen en de andere zoet aan het slapen of in haar relax aan het rondkijken. Van die momenten zou ik gerust een foto kunnen trekken en op Facebook zetten met de geïmpliceerde boodschap: zie eens hoe goed het ons afgaat met twee kids. Maar de realiteit is dat tegenover elk hemels moment een moment van totale chaos staat. 

Zo was ik met de baby in de draagdoek en de peuter op stap. De kleine man kreeg een van zijn driftbuien omdat we terug richting thuis moesten zodat kleine zus kon eten. Blijkbaar was ik zijn fopspeen vergeten. Gevolg: ik moest met een hongerige baby in de draagdoek ook nog eens een jammerende peuter op de arm meedragen. Wat was ik blij dat we eindelijk terug thuis waren! Of: Peuter moest gaan slapen. Hij heeft het nog altijd nodig dat ik naast hem op bed kom liggen totdat hij in slaap gevallen is. Baby moest dus haar grote broer mee te slapen leggen en besloot niet tevreden te zijn naast mama in het grote bed. Gevolg: zij begon te huilen waardoor niemand nog kon slapen. Ik stond recht om baby te troosten, maar dan begon peuter natuurlijk te jammeren. Wat werd ik gek van mijn twee jengelende kinderen. Aaargh! Op zo'n momenten zou ik gewoon mee willen huilen.

Hier ligt mijn grootste uitdaging: omgaan met de momenten dat ze me allebei nodig hebben. Dan heb ik het gevoel tussen hen te moeten kiezen en hoe doe je dat in godsnaam? Onze vroedvrouw gaat nog gelijk krijgen dat de grootste uitdaging zal worden: leren loslaten. Soms komt de baby eerst en dan weer de peuter, zo is het nu eenmaal. Ik kan er niet altijd volledig voor hen allebei zijn en alles altijd onder controle hebben. Omarm de chaos.

Omarm de verschillen

Hoe vreselijk ik die chaotische momenten ook vind, ze horen er nu eenmaal bij. Een betere organisatie kan al veel voorkomen en wat niet voorkomen kan worden, probeer ik dus los te laten. Wat ik echter niet kan loslaten is mijn eigen vreselijke houding. Daar stoor ik me mateloos aan. Ik kan het namelijk niet laten om mijn twee koters met elkaar te vergelijken en op momenten daar negatieve conclusies voor de één of de ander uit te trekken. Baby slaapt nu toch wel veel beter dan peuter vroeger deed. (Amai, wat was de babyperiode van onze eerste ellendig.) Baby lijkt minder knuffels nodig te hebben en ligt niet zo graag bij mama of papa op de arm. (Zou ons meisje minder lief blijken dan de kleine man?) Baby kan al een week eerder 'bewust lachen' dan peuter. (Zou ze alles sneller kunnen dan hem?)

Op zich kan dat vergelijken geen kwaad, maar ik merk dat mijn houding ten opzichte van ons zoontje er soms wat negatief door kleurt. Hij stapte laat, zijn spraak laat nu ook op zich wachten, laat staan dat ik al aan zijn zindelijkheidstraining durfde beginnen. Terwijl hij in november naar school zou mogen... En in plaats van vertrouwen te hebben in hem en zijn kunnen, stel ik in vraag of het allemaal wel goed zal komen. Nu ik een ander (gemakkelijker?) kind heb, besef ik pas dat het allemaal niet zo evident geweest is met hem. Het laatste wat ik wil, is nu met een negatievere bril naar hem kijken en zo zijn zelfbeeld beïnvloeden. Je kan niet geloven hoe schuldig dit me doet voelen. Zeker omdat het zo'n ongelooflijk lief en mooi ventje is met zo veel kwaliteiten. 

Laat ik me daar terug wat meer op focussen, op de kwaliteiten van mijn beide kindjes. Dan komt het wel goed.

Blijf regelmatig op date gaan

Van zodra er twee kinderen zijn, is het nog minder evident om naast mama en papa ook een koppel te blijven. Je bent echt continu met de kids bezig of één of andere huishoudelijke taak. Echt sexy is het leven niet. Mijn partner merkte op dat hij mij soms zelfs mama noemde in plaats van schatje. Vroeger gebeurde dat ook, maar altijd in een gesprek tegen de kleine man. Dat het nu in een gewoon gesprek tussen ons twee gebeurde, is ronduit griezelig! Tijd om terug regelmatig op date te gaan en er extra op te letten om naast mama en papa ook Ann en Ben te blijven. 

Hulp vragen mag (moet)

De schrik zit er momenteel in. Ik ben een beetje verwend de laatste maanden. Mijn man heeft twee maanden ouderschapsverlof genomen. Nog een kleine week en dan moet ik het twee weken alleen redden. Dan is er niemand meer om onmiddellijk op terug te vallen. Natuurlijk heb ik wel een netwerk waarop ik beroep kan doen: grootouders, de meter en een lieve buurvrouw. En daar ga ik zeker gebruik van maken. Ik moet het dus niet allemaal alleen doen. Op tijd een hulplijn inschakelen, is de boodschap. 


Ik ben niet zo goed in veranderingen en deze vijf lessen zal ik mij kennende geregeld vergeten. Het zal nog wel een tijdje afzien, zoeken, vallen en weer opstaan blijven. Maar tussendoor is het leven met twee kinderen soms ronduit geweldig en is het genieten van een gezin dat eindelijk compleet voelt...


Hoe was het voor jullie om van één naar twee of meer kinderen te gaan?
Nog belangrijke lessen die ik vergeten ben?
Laat het me zeker weten!

  • Digg
  • Del.icio.us
  • StumbleUpon
  • Reddit
  • RSS

Jouw geboorteverhaal

Mijn meisje. Het is een maand geleden dat je voor het eerst op mijn borst gelegd werd en ik je kleine hoofd vele kusjes gaf. Dat je gezichtje rood werd van het huilen omdat je uit mijn warme buik moest komen. Dat mijn moederhart voor de tweede keer verliefd werd en wist dat ze onvoorwaardelijk alles voor jou zou doen.


De dag ervoor: Je was al vier dagen overtijd. Papa was intussen zo ongeduldig dat hij niet meer geloofde dat je ooit geboren zou worden. Ik wist dat je goed zat in mijn buik en zou komen wanneer je er klaar voor was. Die dag zijn we naar IKEA geweest en deed papa me uren doorheen die grote winkel waggelen (wandelen kon je dat intussen niet meer noemen). Mijn voeten en rug deden pijn en ik moest smeken om even te gaan zitten (true story). Je broer had toen zijn speeltafeltje gekregen en eenmaal thuis hebben we alle gekochte spullen een plaatsje gegeven. Niets deed vermoeden dat je die nacht zou komen.

22u30: Ik zei tegen papa dat we naar bed moesten gaan; ik wou nog een beetje rusten voor het geval je die nacht geboren zou worden. (Nu kan ik beweren dat ik aanvoelde dat het zo ver was, maar ik zei dat eigenlijk bijna elke avond. Al had ik op dat moment wel echt een onbehaaglijk gevoel.)

23u00: We lagen in bed, maar slapen heb ik niet meer kunnen doen. Een half uur later kreeg mama krampen die niet meer voelden zoals de voorweeën van de afgelopen weken. Ik werd nerveus. Is het zo ver? Geduldig wachtte ik af. Ik wou echt zeker zijn vooraleer ik iets tegen papa zou zeggen. (Intussen zal je wel weten dat je papa niet onnodig wil wakker maken.)

00u15: Ik gaf papa een por: “Schatje, ik denk dat het zo ver is.” Papa zei echter heel romantisch tegen mama: “Laat me slapen.” Gelukkig drongen mijn woorden niet veel later door en zijn we stilletjes naar beneden geslopen. Met pijn in het hart nam ik afscheid van grote broer die naast mij aan het slapen was. Met een kus zei ik vaarwel tegen ons leven met drie waar we de laatste tijd zo aan gewend waren.
Beneden belde ik de vroedvrouw op terwijl papa de muziek (zeegeluiden) opzette die ik gekozen had om tijdens de geboorte te spelen. Dit moest me helpen rustig en ontspannen te blijven. Intussen dacht ik aan de hypno birthing oefeningen die ik als voorbereiding dagelijks beluisterd had. “3 2 1 relax…” zei een warme Britse stem in mijn hoofd. 
Tussen de weeën door ruimde papa een beetje op en zette hij voor zichzelf een koffie met veel suiker om de nacht door te komen (die de dag daarna nog op tafel zou staan, natuurlijk).

1u30: De vroedvrouw was gearriveerd en onderzocht mama om te controleren of de bevalling begonnen was. Nog maar één tot twee centimeter opening. Voorlopig nog geen echte ontsluitingsweeën dus. 
Intussen deed papa zijn taak goed. Tijdens elke wee wreef hij over mijn benen en telde hij mee terwijl ik mijn buikademhaling deed. “1 2 3 4 (adem in, buik omhoog) – 1 2 3 4 5 6 7 8 (adem uit, buik omlaag)”
De vroedvrouw lag op de zetel te slapen in afwachting van de volgende controle om half drie. Ik probeerde de weeën zo ontspannen mogelijk op te vangen. Mama moest intussen een traantje laten omdat ze grote broer miste. Ze keek ernaar uit om jou te ontmoeten, maar vond het moeilijk dat haar andere kindje er niet bij kon zijn. 

2u30: Tante Inge was daar. Zij zou bij grote broer blijven slapen terwijl wij naar het ziekenhuis gingen. Het leek wel alsof onze peuter voelde dat er iets op til was. We hoorde de stem van de kleine man door de babyfoon gallen en gingen hem even halen. Daar zat mama dan: in de zetel, puffend, met een hangerige peuter op schoot, maar heel blij om jullie beiden dicht bij haar te voelen. Nu kon ik nog even knuffelen voor het echte werk zou beginnen. Want hoe hard ik ook positief naar jouw geboorte probeerde te kijken, ik had nog steeds schrik voor wat er ging komen.

3u15: Grote broer werd uitgeput naar zijn bedje gedragen door jullie meter. Mama was blij dat haar kleine man weg was, want haar weeën begonnen ineens veel intenser te worden. De vroedvrouw moest zelfs even ingrijpen om haar te helpen ontspannen. De pijn werd gewoonweg overweldigend.

3u45: Vier centimeter opening, de ontsluitingsweeën waren begonnen. Tijd om naar het ziekenhuis te vertrekken. Ik kreeg nog een knuffel en een kus van de vroedvrouw om me succes te wensen. Papa was intussen nog steeds mijn trouwe steun en toeverlaat. De weeën volgden elkaar snel op en werden steeds pijnlijker. Op weg naar de auto moesten we nog even aan de zetel stoppen om een wee op te vangen. Zo lang ik me op de stem van papa die tot vier en tot acht telde kon focussen, wist ik dat het me wel zou lukken.

4u: Op weg naar het ziekenhuis was het rustig op de baan. De zware regenval van eerder die nacht bleek gelukkig voorbij. Tussendoor kreeg ik nog een paar stevige weeën. Papa begon automatisch sneller te rijden van zodra ik een wee had. Intussen bleef hij strelen en tellen. Hij had het druk.

4u20: Papa parkeerde de auto aan de spoedafdeling van het ziekenhuis. Vooraleer ik uit de auto kon stappen, moest ik nog door een intense wee. Ik voelde nu dat ik vocht aan het verliezen was en dacht dat mijn water gebroken was. Gelukkig had ik voor het vertrek een dik maandverband aangedaan en lag er een handdoek op de zetel onder mij. (Papa had aan alles gedacht.) Zelfs aan de balie tijdens het aanmelden moest ik even pauzeren om een wee weg te ademen; ze volgden nu wel erg dicht op elkaar. Ik werd me bewust van de vrouw achter het loket en de mensen in de wachtkamer die naar ons keken. Mama die aan het puffen was en papa die telde. Het zag er misschien een beetje gek uit maar het kon me niets schelen. So far, so good.

4u30: Mama installeerde zich op het kraambed. Ik moest tijdens de geboorte antibiotica krijgen en herinnerde de vroedvrouw van het ziekenhuis hieraan. Het is echter een drukke nacht waardoor ze geregeld weer verdween en ik even op die antibiotica moest wachten. Er waren namelijk nog twee andere geboortes aan de gang.
Papa probeerde de zeegeluiden op te zetten, maar we hadden geen internetverbinding. Er was ook niemand in de buurt om een paswoord voor het draadloos internet aan te vragen. Van zodra de vroedvrouw in de kamer kwam, wou ik water. Die muziek was nu even geen prioriteit meer. Mama had gigantisch veel dorst en er zat natuurlijk geen drinken in haar bevallingstas. Aan al de rest had ze gedacht…

4u45: Ik kreeg eindelijk de antibiotica toegediend. De weeën werden pijnlijker en pijnlijker.  “Au au au,” schreeuwde ik. Ik voelde een druk naar beneden en wou duwen. De vroedvrouw ging eindelijk controleren hoeveel centimeter ik had. Negen! Ze zei dat ze me klaar ging maken om te bevallen en het drong eigenlijk niet tot mama door. Ik kon nog niet geloven dat je bijna in mijn armen zou liggen.

5u05: Papa trok nog snel een foto van mama op het kraambed. Ik dronk snel een slokje water en dan begon het persen. Mij omkleden was niet meer gelukt. Fuck die bevallingskleedjes. De t-shirt die ik droeg moest maar voldoen.
Drie keer persen en dan zou je er al zijn. Intussen kwam er een tweede vroedvrouw helpen aangezien de gyneacoloog er niet op tijd zou geraken. Ik kon haar wel iets aandoen. Ik wou naar papa kijken, zijn hand vastnemen en luisteren naar het tellen maar zij vertelde me dat niet te doen. Ik moest naar haar kijken en mijn knieën vasthouden. Naast “au au au” kon ik op dat moment alleen maar “nee nee nee” zeggen. Ze mocht mijn knieën wel omhoog duwen, maar ik ging dat zelf niet doen. En haar aankijken in plaats van mijn man al helemaal niet.
Mama wist niet dat ze tijdens de persweeën niet meer mocht buikademen en probeerde dit toch halsstarrig te doen. Ik smeekte papa om te tellen, maar hij zei dat dit nu niet meer mocht. Even verloor ik mijn houvast. De vroedvrouw legde uit (waarschijnlijk voor de zoveelste keer) dat ik mijn adem moest inhouden en moest persen.

???: Mama had het gevoel dat ze zou openscheuren (wat ook een beetje gebeurd was). De gynaecoloog was nog net op tijd aangekomen en zei dat je nu in een vervelende positie zat. De volgende keer moest ik echt goed persen zodat je niet in de problemen zou komen. Dus gaf mama alles wat ze in zich had.
Het voelde heerlijk toen ik je verder uit mij voelde glijden. Je zat enkel nog met je poepje en je benen in mij terwijl de gynaecoloog jou in zijn handen nam en de navelstreng rond je hals verwijderde. Je zat nog mooi ingepakt in de vliezen. Wat huilde je de ziel uit je lijfje toen je eruit gehaald werd en op mijn borst gelegd werd. 

5u36: Je was blauwroos en zo fragiel. Mama troostte je met wat lieve woorden en kusjes. Instant liefde en roze wolk.

Wat ben ik trots dat ik geen ruggenprik gebruikt heb. De meest intense lichamelijke prestatie in een vrouw haar leven: geslaagd! Het maakt me vooral blij omdat ik weet dat ik jou de best mogelijke start heb gegeven. Bovendien heeft mama alles nu gevoeld en bewust meegemaakt. Dat wou ze zo graag. Ook papa was blij. Voor hem was het eveneens een bijzondere ervaring. Hij had een duidelijke rol deze keer, wist wat doen en heeft dat perfect gedaan. Nadien voelde ik me intens verbonden met jou maar ook met papa. Het deed me zelfs een beetje denken aan dat mooie voorbeeld van een geboorte waarop de vroedvrouw zo verzot was. (Lees hier meer over in mijn stuk over de prenatale begeleiding.) Haar zullen we trouwens altijd dankbaar zijn voor haar bijdrage aan onze mooie ervaring.

En nu… moe, soms afzien, een hele evenwichtsoefening, maar wel genieten. Tussendoor.

Gelukkige één maand kleine meid.

  • Digg
  • Del.icio.us
  • StumbleUpon
  • Reddit
  • RSS

Welkom Enya

Woensdag 29 juni om 5u36 was ze daar dan, eindelijk. 
Na 40 weken en 4 dagen wachten... 
De grote beloning.


Intussen is ze al een week oud (Al een week!) en leven we op een vrij roze wolk. Een wolk waarop iedereen moe is, het zoeken is naar een nieuw ritme en er af en toe wel woorden vallen, maar waarop er vooral genoten wordt.

Meer foto's en het geboorteverhaal volgen nog... Tussen het eten geven, slapen en spelen met de kleine man door. 

  • Digg
  • Del.icio.us
  • StumbleUpon
  • Reddit
  • RSS

Hoe prenatale begeleiding mij geholpen heeft mijn angst voor de bevalling (min of meer) te overwinnen

Wist jij dat je bij een zelfstandige vroedvrouw terecht kan voor prenatale begeleiding? Ik dus niet. Intussen ben ik 38 weken zwanger van baby nummer twee. Na de geboorte van baby nummer één, die niet zo goed aan de borst wou drinken, raadde het ziekenhuis ons een zelfstandige vroedvrouw aan. Toen heb ik de meerwaarde van een vroedvrouw ontdekt, maar dan wel na de geboorte van je kind. Aan haar advies en steun hebben we zo veel gehad. Ik realiseerde me echter nog niet dat ook voor de geboorte het inschakelen van een zelfstandige vroedvrouw een goed idee kan zijn.


Deze zwangerschap ben ik heel gevoelig, maar dan echt heel gevoelig. Vooral angstig eigenlijk. Maanden heb ik ermee geworsteld. Met de schrik dat het kindje te vroeg geboren zou worden, dat de wederhelft niet thuis zou zijn, dat de bevalling gigantisch pijnlijk zou worden... (In februari heb ik hier reeds iets over geschreven.) Ik probeerde die angsten in mijn eentje te overwinnen, maar moest uiteindelijk toegeven dat het me niet lukte. Ze werden zo overheersend dat ik besloot om hulp te zoeken. (Wat me als therapeut nogmaals deed beseffen hoe moeilijk het is om effectief de stap naar professionele hulp te zetten. Nog eens hoedje af voor al mijn cliënten.)

Ik nam contact op met mijn vroegere vroedvrouw en stelde haar de vraag of ze ook prenataal iets voor mij kon betekenen. Een week later bracht ze me een bezoekje om mijn zorgen te aanhoren en kreeg ik een uitnodiging voor twee prenatale sessies bij haar thuis. Ze zou me kunnen helpen door o.a. mooie voorbeelden van geboortes te laten zien (Die krijgen we in het westen volgens haar te weinig te zien. Hier overheersen de beelden van lijdende vrouwen die moord en brand schreeuwen terwijl ze hun man het liefst van al een pak slaag willen geven.), ontspanningsoefeningen te doen, mijn man te trainen in hoe hij mij het best kan ondersteunen tijdens de bevalling… Het klonk alvast het proberen waard. Instemmen dus. (Ik rekende erop dat ik de wederhelft wel zo ver zou krijgen om mee te doen. Wat gelukkig zo was.)

De eerste sessie: een mooi voorbeeld van een geboorte (33 weken zwanger)

Op weg naar onze eerste prenatale begeleiding voelden mijn man en ik ons vooral wat nerveus, niet wetende wat we nu echt van de komende twee uurtjes mochten verwachten. De vroedvrouw liet ons met haar gebruikelijke enthousiasme binnen in haar praktijkruimte. De grond was bedekt met rode zachte matten, er stonden zetels aan de kant waar verschillende exotisch ogende kussens tegen leunden en intussen hoorde ik een relaxatiemuziekje op de achtergrond klinken. Verschillende sfeerlichten gaven de ruimte een warme gloed terwijl de geur van wierook ons verder de kamer in zoog. De vroedvrouw nodigde me uit om enkele kussens te nemen en een goede positie te zoeken op één van de matten. Mijn man kwam vervolgens naast me zitten. We kregen de keuze tussen verschillende soorten water vergezeld van een gezonde snack. De ontvangst was alvast in orde. 

De sessie begon met een mooi voorbeeld van een geboorte: een film met in de hoofdrol een Mexicaanse vroedvrouw die haar eigen bevalling in goede banen leidde. Het hele filmpje voelde zowel surreëel als enorm inspirerend aan. Van zodra de weeën bij deze vrouw begonnen, belde ze haar familie op. Met z'n allen zijn ze een wandeling gaan maken om vervolgens samen een feestmaaltijd te nuttigen. Het was heel belangrijk voor haar dat haar familie in de buurt was vertelde ze. (Oh my god, als mijn water breekt ga ik echt mijn familie en schoonfamilie niet bij elkaar trommelen voor een wandeling en een uitgebreid diner.) Toen de pijn echt te hevig werd, stond ze op en begon ze in huis rond te wandelen, samen met haar man. Op een bepaald moment zag je hoe ze zichzelf overgaf aan de pijn en haar ogen wegdraaiden. Onze vroedvrouw gaf aan dat haar lichaam op dit moment een serieuze dosis endorfines had aangemaakt.

Wat me opviel was dat ze haar man niet wegduwde of uitschold. In tegendeel. Ze wou hem dicht bij haar. Ze had zijn handen vast en hij wandelde achterwaarts met haar mee. Voortdurend keek hij haar recht in de ogen. De intimiteit spatte eraf. De heersende sfeer deed me zelfs een beetje aan een vrijpartij denken. Onze vroedvrouw vertelde achteraf dat de intimiteit van de conceptie in principe ook bij de geboorte aanwezig zou moeten zijn. Heel anders dan het beeld dat ik altijd voor ogen had.

Op een bepaald moment voelde de vrouw in het filmpje aan dat het tijd was om plaats te nemen in het bad. Daar zat ze dan: gehurkt in het water, puur natuur, samen met haar naakte man. Intussen had haar kleuterzoon eveneens zijn kledij uitgedaan (waarom ook niet) en stond hij zijn mama naast het bad aan te moedigen. Niet veel later zag je het hoofdje uit de baarmoeder verschijnen en na de volgende wee trok ze de rest van het verschrompelde lijfje mee het warme water in. De vrouw hield haar slijmerige, blauwe pasgeboren baby stevig vast. Haar man streelde het hoofdje van zijn kersverse dochter en hun twee zoons (peuter en kleuter) zaten mee in bad het tafereel gade te slaan. Af en toe gaven ze hun pasgeboren zus een teken van affectie. Je zag dat het hele gezin dit nieuwe lid welkom heette en hoe zij deze bijzondere ervaring met elkaar deelden. 

Wil ik nu plots mijn familie en schoonfamilie voor een etentje uitnodigen van zodra mijn water gebroken is? Wil ik met de wederhelft heel mijn huis rondwandelen terwijl ik doodga van de pijn en hij zwoel in mijn ogen kijkt? Wil ik zonder enige kledij in ons bad bevallen met een naakte peuter en een al even naakte man bij mij? Niet direct. Ik denk ook niet dat onze vroedvrouw me daarom deze film heeft laten zien. Wat ik na het filmpje wel ervoer, was het gevoel dat ik deze tweede geboorte bewuster wil meemaken. Meer in voeling met mezelf, meer verbonden met mijn man en met mijn pasgeboren baby. En dat het uiteindelijk om iets moois gaat, namelijk het verwelkomen van een nieuw gezinslid. Eigenlijk zou dat centraal moeten staan en niet de pijn. Naast mijn angst begon er plaats te komen voor een enthousiast uitkijken naar. En dat voelde heerlijk.

Het idee van thuis te bevallen speelde nadien nog lange tijd in mijn hoofd. Ik vond het zo mooi om te zien dat de nieuwe baby door het hele gezin aanvaard werd. De twee zoontjes zagen waar hun zusje vandaan kwam en maakten deel uit van dit wonderlijke geboorteritueel. Terwijl wij onze kleine man voor een paar dagen bij oma en opa zullen droppen om hem nadien met een klein huilend wezentje weer op te pikken. Papa gaat wel bij hem slapen en onze peuter zal ook op bezoek komen in het ziekenhuis, maar hij gaat helemaal niet begrijpen van waar dat kleintje komt. Ik zou mijn kleine man heel graag tijdens de geboorte bij me hebben. Maar oké, ik vermoed dat het ziekenhuis hier niet echt voor open staat en uiteindelijk voel ik me bij een ziekenhuisbevalling toch iets geruster.

De eerste sessie was nog niet gedaan. Na de film volgde een kleine slideshow met geboorteweetjes. Wist je dat slechts 5 procent van de Vlaamse vrouwen gewoon puur natuur bevalt? Dus geen knip, geen vliezen breken, geen keizersnede, geen ruggenprik, ... Wist je dat een epidurale verdoving jouw pijn wel wegneemt maar dat daardoor de pijn bij het kindje toeneemt? Daar schrok ik wel even van. Normaal maakt het lichaam endorfines aan tijdens de bevalling om jouw pijn en die van de baby te verlichten. Neem je echter een ruggenprik, dan stopt het lichaam met de aanmaak van die endorfines. Ze zijn toch niet meer nodig. De epidurale verdoving neemt jouw pijn wel weg, maar niet die van je kindje. Het idee om toch zonder epidurale te bevallen werd geboren. Ook al was ik er na de eerste bevalling een overtuigd voorstander van.

Om af te sluiten deden we een hypnobirthing oefening die mijn man en ik thuis nog verder mochten trainen en kreeg ik een aantal relaxatieoefeningen doorgestuurd om op mezelf door te nemen. Joepie, huiswerk!

Tweede keer, betere keer? (34 weken zwanger)

Zo tevreden, voldaan en spiritueel ik terugkwam van de eerste prenatale begeleiding, zo emotioneel, angstig en uit balans verliet ik de praktijkruimte na de tweede sessie. Deze begon met een filmpje van nog enkele bijzondere (op het randje van absurde) geboortes (vrouwen die bij wijze van spreke high van de endorfine en in extase bevielen), een ademhalingsoefening voor mij en enkele massagetechnieken die de wederhelft aangeleerd kreeg. Tot dan was ik nog steeds in mijn nopjes en genoot ik weer volop van de sessie. Pas het laatste half uurtje ging het mis. 

De vroedvrouw liet een stuk van haar eigen tweede (thuis- en onderwater)bevalling zien. Je ziet haar in het filmpje elke twee minuten door intense weeën gaan, kreunend van de pijn, haar man die de massagetechnieken op haar toepast, zij die tussen de weeën door even tot rust kon komen maar al weer snel door de pijn overvallen werd.... En plots kwam mijn eigen eerste bevalling heel dichtbij. Door haar in pijn te zien, kwam ik terug in contact met mijn eigen pijn twee jaar geleden. Drie uur afzien, tot op het punt dat ik het niet meer kon verdragen en bijna smeekte om een epidurale. Ik had echt het gevoel dat ik het niet meer aankon. De tegenpool van al die mooie bevallingen die de vroedvrouw eerder had laten zien, van al die vrouwen die zich redelijk gracieus door de pijn wisten te puffen, met alleen maar de steun van natuurlijke endorfines en hun man. Ik was tijdens de geboorte van mijn zoontje zo gespannen, zo afgesloten van mezelf...

Mijn lieve vroedvrouw is echt een zalig mens. Ze kan je als de beste geruststellen, vooral door haar openheid over haar eigen ervaringen. Ze vertelde hoe ook voor haar bevallen met veel pijn en angst gepaard ging. Het is bij haar zeker niet gelopen zoals in sommige filmpjes die ze laat zien. (Wat niet wegneemt dat ze het toch zinvol vindt om hen te tonen.) Ze legt uit hoe baren gepaard gaat met een loskomen van alle emotionele pijn die je doorheen je leven hebt opgebouwd. Vooraleer je kindje geboren kan worden moet je door de diepste dalen van je ziel en je overgeven aan de pijn. Op de bevallingstafel komt plots dat gekwetste kind weer heel dichtbij. Dan komen plots al die issues die je dacht verwerkt te hebben terug aan de oppervlakte. Dit zou zich echter allemaal onbewust afspelen. Je beseft op dat moment niet dat je niet alleen lichamelijk maar ook mentaal aan het afzien bent. Hoe meer je dus in het reine bent met jezelf, hoe minder pijnlijk je bevalling zou zijn.

Er viel ergens een puzzelstukje op zijn plaats. Bij het zien van haar bevalling voelde ik echt oefenweeën, zo diep werd ik geraakt. Ik besefte dat de angst die ik al de hele tijd voelde, niet alleen angst was om te vroeg te bevallen maar eveneens voor de geboorte op zich. Angst om terug naar die plek in mezelf te moeten gaan die ik absoluut wil vermijden. Angst voor die onbeschrijflijke lichamelijke pijn. Angst om mezelf weer tegen te komen.

Ook mijn man zei achteraf dat het heel herkenbaar is wat de vroedvrouw vertelde. Een bevalling is een zware fysieke inspanning (‘Psychologies’ noemt het niet voor niets de grootste atletische prestatie in het leven van een vrouw) en bij zware fysieke inspanningen is het normaal dat je op een bepaald moment een breekpunt bereikt. Mijn man is iemand die voor zijn plezier meedoet aan de Dodentocht of de Strong Man Run, dus hij spreekt uit ervaring. Er is altijd een moment waarop je bijna zou willen opgeven, waarop je denkt dat je het niet meer aankan. Als je dan toch de kracht kan vinden om door te zetten, dan krijg je een boost die je tot aan de finish zal helpen.

Op de eerste geboorte was ik totaal niet voorbereid. Ik wou zonder epidurale bevallen, maar ging eigenlijk zonder enige kennis naar de verloskamer. Ik dacht bijvoorbeeld dat weeën met heel heel heel erg zware maandstonden te vergelijken waren. (Lach mezelf nu even heel heel heel erg uit.) Het leek echter eerder alsof er iemand om de zo veel minuten een mes in mijn onderbuik kwam steken en daar lekker sadistisch nog een goede draai aan gaf. Na drie uur kon ik de pijn gewoon niet meer verdragen.

Ik zou liegen als ik zei dat ik geen angst heb om opnieuw die lichamelijke pijn te ervaren. Daarvoor alleen al zou ik terug een ruggenprik nemen. Waarom doe je dat dan niet gewoon, hoor ik mezelf denken? Er zijn een heleboel redenen: omdat ik graag op alle vlakken zo dicht mogelijk bij de natuur wil staan en een natuurlijke bevalling daarom echt iets voor mij is, omdat ik deze keer wel de persdrang zou willen voelen op het einde en de bevalling zo bewust mogelijk wil meemaken, maar vooral omdat ik endorfines wil aanmaken die de pijn voor mijn kindje verzacht. Bovendien is volgens mij de beloning erg groot als je toch door dat diepe dal gaat en een kracht in jezelf kan aanboren waarvan je tot dan het bestaan niet wist. En wat daarna misschien wel volgt, is niet alleen de geboorte van je kind maar ook van een hele nieuwe vrouw. Zou dat niet mooi zijn?

Enkele weken later (38 weken zwanger)

Intussen ben ik eruit dat ik echt wel zonder epidurale wil bevallen. Ik heb er nog met de wederhelft en de vroedvrouw over gepraat en I made up my mind. Gaat het me lukken? Ik heb geen idee. Ik kan  alleen mijn best doen, dan kan ik achteraf sowieso trots zijn op mezelf. De vroedvrouw raadt me aan om als doel te stellen de epidurale pas als laatste redmiddel te zien en zo lang mogelijk uit te wachten. Ook pas naar het ziekenhuis gaan van zodra ik voldoende opening heb, zou helpen. De melk niet te vlug bij de kat zetten. Daarnaast zal de wederhelft mijn grootste supporter moeten zijn. Hem wacht dus een zware en uiterst onaangename job. (Hij kan zich alvast troosten met het feit dat het voor mij nog veel minder aangenaam zal zijn.)

Oh ja, die relaxatie/hypnobirthingoefeningen heb ik de afgelopen weken braaf elke dag gedaan. Een aanrader voor elke zwangere vrouw. (Zeker voor de stresskippen zoals mezelf.) Ze hebben me geholpen om effectief minder angstig te zijn, meer vertrouwen te hebben in mezelf en mijn lichaam en meer van de zwangerschap te genieten. Ik ga niet beweren dat mijn angsten verdwenen zijn, het is geen wondermiddel, maar er is wel plaats gekomen voor positieve gevoelens. 

Bron: birthbabyandbeyond

Link link

Een goede vroedvrouw in de buurt van Leopoldsburg? Eén adres: De moederschoot


Buik buik

Zoals beloofd.



  • Digg
  • Del.icio.us
  • StumbleUpon
  • Reddit
  • RSS

Waarom Kind & Gezin en ik nooit de beste vrienden zullen zijn

Vorige week was het weer zo ver. De kleine vent wordt bijna twee jaar en mocht terug op controle bij Kind en Gezin. Geen spuitjes deze keer, al maakte dat de ervaring er niet aangenamer op. Goed gehumeurd van het consultatiebureau thuis komen, het is me nog niet gelukt. Jammer eigenlijk, want het is niet dat ik persé tegen deze organisatie ben en het nut er niet van inzie. Maar nadelen zijn er zeker ook, en die zie ik maar al te goed. Beginnende bij de vreselijke kinderarts die in onze vestiging werkt. Ik noem ze ook wel Frau Doktor...
Volgens mij kent de kleine man het kantoor al goed. We parkeerden ons naar goede gewoonte op wandelafstand. Tot hiertoe nog geen probleem. Enthousiast stapte peuter de auto uit en wandelde gewillig met ons mee richting bureau. Tot hij de voordeur spotte. Toen draaide hij vrijwel meteen om. Daar ga ik niet binnen hoor. Dus pakte papa zijn zoontje op de arm en ging achter mama de wachtzaal binnen. Een drama maakte hij hier niet van, maar ik zag toch een vragende, lichtjes angstige blik in zijn ogen. Waarom moet ik persé mee naar binnen? (Houden jullie niet meer van mij?) Hij wou alvast niet van onze zijde wijken eenmaal we op de stoeltjes in de wachtzaal plaats namen. Jammer genoeg was het niet druk en kreeg peuter de kans niet om aan de vreemde omgeving te wennen. Er was een verschoontafel vrij en de kleine man mocht zijn kleertjes quasi onmiddellijk uitdoen voor de eerste stap van elke consultatie: meten en wegen.

Meestal laat hij dat best goed doen en vormt deze fase geen probleem, maar op dat moment kwam de eerste huilende baby de zaal binnen. Ons kleintje voelde de bui al hangen. Van zodra mama haar praktisch naakte peuter op de weegschaal zette, begonnen er tranen te vloeien. Dat die tranen niet droogden door hem op de prehistorisch oude meettafel te leggen, vormde geen verrassing. Gelukkig duurde het niet lang en was de vrijwilliger een lieve oude bomma die ons zoontje mee gerust stelde.

Blij dat het voorbij was, nestelde hij zich tegen de schouder van zijn mama. Een mama die haar nageslacht op zijn minst terug een body wou aandoen, want zo in zijn blootje blijven zitten, vond ik best een gek zicht. Tot de vriendelijke bomma mij tegenhield en meedeelde dat kindjes nu zonder kledij (wel met pamper aan, of course) door de dokter gezien worden. Moet dat echt? Ik zou ook niet graag zo goed als naakt in een wachtzaal tussen aangeklede volwassenen en huilende al even naakte baby's zitten. Klaar voor de slachtbank, zo leek het. En de kleine man die voelde zich alles behalve in zijn nopjes.

Daar was huilende baby nummer twee die uit het kantoor van de dokter kwam. Kan je het onze peuter kwalijk nemen dat hij helemaal niet hevig was om daar binnen te gaan? Dat hij flauw en hangerig was? Dat hij helemaal niet in the mood was voor al die fijne testjes en vragen waar de onverstaanbare Duitse arts de komende tien minuten mee af zou komen?

Dat dit een formule voor succes was, werd al gauw duidelijk. Het kleine ventje was alleen tevreden als ik hem tegen me aan gedrukt hield en rondwandelde. Van zodra ik op de stoel tegenover de dokter ging zitten met hem op de schoot, merkte ik dat dit niet was wat hij wou. De dokteres legde meteen een paar houten blokjes voor zijn neus en zei in haar beste Nederduits dat ze graag zou hebben dat hij hier een toren mee maakte. Gelukkig is dat iets wat hem ook effectief interesseert dus greep hij al een snel een blokje vast. Drie blokjes, dames en heren, en zelfs daar kon/wou hij op dat moment geen toren mee maken. Terwijl er thuis records van twaalf blokken of meer gevestigd worden. Typisch. Telkens hij het derde blokje op de twee andere wou stapelen, stootte hij het tweede blokje van zijn constructie. Dit werd hij zo beu dat hij verder dienst weigerde en boos de blokjes wegduwde. Weg met die rommel.

Dat hij niet stond te springen voor testje nummer twee op dit moment leek me logisch. Dan legde Frau Doktor een klein popje voor zijn neus. What the fuck, zag ik hem al denken. Popjes zijn niet zijn ding moet je weten. We hebben hem ooit een pop in zijn handen geduwd in de hoop dat hij het fijn zou vinden om met het haar van de pop te spelen (haren zijn wel zijn ding). Van zodra hij de ogen van de pop open en dicht zag gaan, trok hij een bedenkelijk gezicht en was de liefde (als die er ooit al was) gauw voorbij.

Moest hij al niet helemaal getraumatiseerd geweest zijn van al die huilende baby's in de wachtzaal, moest hij al niet helemaal geïrriteerd geweest zijn door de stoute blokjes die niet bleven liggen, moest hij de tijd hebben gehad om even op zijn plooien te komen, moest hij ook maar een beetje interesse hebben in kleine vieze popjes en moest dan ook nog eens die dokter deftig Nederlands gepraat hebben, DAN, maar ook alleen DAN, had hij misschien effectief "het baokje von das popje" aangewezen. (Alhoewel onze zoon geen hond is die we stelselmatig kunstjes leren zoals het aanduiden van lichaamsdelen op levenloze voorwerpen.) Ook het popje werd weggeduwd.

"Is haj moe?" vroeg de dokteres vervolgens. "Zoals haj nu toet zou ich zeggen das haj moe is." Dat ik vlak daarvoor gezegd had dat hij in de wachtzaal helemaal onder de indruk was van de huilende baby's en daardoor niet in zijn doen was, leek ze niet te willen accepteren. (Ik ben precies bij mijn (schoon)ouders. Die geloven mij ook nooit.) "Ja, hij is moe." zei ik dan maar gauw. Met dat mens ging ik niet discussiëren. Toch haalde ze nog een kleine bal boven die de peuterzoon ook niet wilde aannemen. "Gehen je foetballen mit papa Ian?" Eindelijk was ze bereid toe te geven dat het vandaag niet zou lukken. "Haj is op nein ingesteld und wil nicht meewerken." Meen je het?

Daarna mochten de wederhelft en ik een paar vragen beantwoorden. Ons kleintje werd nu een beetje met rust gelaten en fleurde meteen op. Al gauw stapte hij van mijn schoot en ging op ontdekking in het kantoor van Frau Doktor. Ik stelde voor om hem nu de blokjes nog eens te geven, maar daar ging ze niet op in. Hij had zijn kans blijkbaar gehad. In plaats daarvan leek het haar toen het ideale moment om met haar meetlint en koude stethoscoop in actie te schieten. Daar waren de traantjes terug. Het leek wel alsof ze ervan genoot om kindjes te laten wenen. (Ik begon te snappen waarom alle kindjes huilend uit haar kantoor komen. En het ligt niet aan de spuitjes.)

De kers op de taart van dit fijne doktersbezoek kwam er toen ze het beeldscherm van haar computer naar ons toe draaide en liet zien hoe de curve van de kleine man te veel naar beneden afboog. Hij woog te weinig. Ik zag in zijn boekje staan dat hij 85,5 cm zou meten terwijl dit twee weken geleden bij de huisarts nog 83 cm was. Ze gaf de andere lengte in en de curve was beter. Meen je het? Toch moeten we er op letten dat hij goed blijft eten en een oplossing zoeken voor de groeimelk die hij 's avonds niet meer wil drinken. "Je kann dat eens in ein beker probieren geven, das moet nicht in ein papfles." Dank u voor die gouden raad, dat hebben we echt nog niet geprobeerd. Haar andere geweldige tip was het dikker maken van de melk en het goedje met de lepel als een soort papje te geven. Oké, als jij denkt dat dit wel gaat werken, dan zullen we dat eens proberen.

We mochten om af te ronden nog vragen stellen. Mijn man polste achter tips om binnenkort met de potjestraining aan de slag te gaan (gewoon om toch iets te vragen). De raad die ik verstond waren heel originele ideeën die ik al lang her en der gehoord had en van de rest begreep ik gewoon geen bal. Van mij mocht ze simpelweg zwijgen. Let's get out of here. 

Terug thuis hadden mijn man en ik echt het gevoel dat we net door een paar Duitse soldaten anaal verkracht waren. We besloten te gaan wandelen en hebben lekker kunnen ventileren bij elkaar. Nadien hebben mijn vriendjes me via Facebook ook verder gerust gesteld. Blijkbaar zitten we met een hele generatie abnormale kinderen die niet groot genoeg zijn, te dik zijn, te dun zijn, te groot zijn, te dom of gewoonweg psychisch gestoord zijn. 

Dat kan ik allemaal wel relativeren, maar aan één ding blijf ik me mateloos storen. De mentaliteit dat mijn kind zich al op zijn twee jaar met testjes zou moeten bewijzen. Als ik vertel dat hij thuis al hoge torens maakt, is dat niet genoeg. Neenee, de dokteres moet dat zelf zien. Het enige wat ze te zien krijgt is een momentopname dat zich afspeelt in zo'n omstandigheden dat weinig kinderen echt zullen tonen wat ze kunnen en wie ze werkelijk zijn. Weet je dat de dokteres vroeg om tegen volgende keer de lichaamsdelen te oefenen? Op zo'n belachelijk popje? Hallo! De kleine man zal nog testen genoeg mogen doen, maar niet als hij nog maar twee en een half jaar oud is.

Dat is al even absurd als de huisarts die een jaar geleden aanraadde om boter onder het groentepapje van de kleine man te doen om aan te dikken. Laat hem toch eens gewoon een beetje magerder zijn. Hij drinkt water en vers geperst fruitsap, wij koken altijd (of toch meestal) vers, hij eet groenten en fruit als tussendoortjes, snoept maar af en toe... Dit is nu eens het gewicht van een gezond kind dat trouwens ook eerst borstvoeding heeft gekregen, geen flesvoeding. Volgens mij zijn veel artsen vergeten waarvoor die curves eigenlijk dienen. 

Laat kinderen toch wat meer zijn wie ze zijn, uit de boot vallen, alles behalve gemiddeld zijn, ontwikkelen op hun eigen tempo. Laten we stoppen met er prestatiegerichte fuckmooks van te maken. En laat ouders die dat proberen (zoals ik) alsjeblief wat meer met rust. Ik zeg wel proberen, want eenvoudig vind ik het niet altijd om aan de druk van buitenaf te weerstaan. 

Oh ja, die avond hebben we een koek onder peuter zijn melk geplet. (We zullen eens niet naar de dokter luisteren. Wat zijn we toch braaf.) De wederhelft kwam enthousiast met het kommetje pap en een lepel naar de kleine man en mezelf gewandeld. Ik zie de ogen van mijn kleintje nog stralen toen hij zag dat papa één van zijn kommetjes vast had. Daar zal vast iets lekkers in zitten. (Jullie houden dan toch van mij.) Maar toen hij in het kommetje kon kijken en daarin een witte brei terugvond, maakte hij een heus kokhalsgeluidje. "Bluoagh!" Ge-wel-dig! Ik werd weer helemaal opnieuw verliefd op mijn te mager, onderontwikkeld kind.

  • Digg
  • Del.icio.us
  • StumbleUpon
  • Reddit
  • RSS